LOI Hogeschool biedt deze opleiding aan samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Het studieprogramma van Maatschappelijk werk en dienstverlening bestaat uit een propedeuse en een hoofdfase en kan in vier jaar worden afgerond. Daarnaast onderscheidt de studie een major en een minor. De major is de basis van de opleiding, de minor betreft de verdieping van de kennis en vaardigheden. In deze zeer praktijkgerichte opleiding ligt de nadruk op dóen. Na je studie heb je dus al flink wat ervaring opgebouwd. Dankzij de praktische lesdagen, een boeiende stage en veel leerzame praktijkopdrachten.
Je ontwikkelt alle benodigde competenties aan de hand van complexe beroepstaken. Voor MWD gelden de volgende beroepstaken: Psychosociale hulpverlening aan cliënten en hun sociale omgeving: je verleent zodanig hulp dat je cliënt zelfstandig kan functioneren. Concrete en informatieve hulpverlening: je verleent diensten, geeft informatie en advies of bemiddelt tussen cliënt en instanties. Signaleren en actie ondernemen: je geeft voorlichting en doet onderzoek naar maatschappelijke ontwikkelingen en geeft mogelijke oplossingen aan. Casemanagement: je verbetert in samenspraak met je cliënt de relaties en structuur van het netwerk van hulpverleners en andere betrokkenen en organiseert en coördineert hun inbreng. Werken in en vanuit de arbeidsorganisatie: je houdt je bezig met organisatie en beleid. Je coördineert het werk en helpt om nieuwe plannen (beleid) voor de organisatie te maken. Onderzoek en innovatie: je ontwikkelt een eigen kritische visie en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep.
Om de competenties die horen bij de beroepstaken te ontwikkelen, volg je in de propedeuse de volgende vijf onderwijseenheden: Psychosociale hulpverlening A Psychosociale hulpverlening B Concreet-informatieve hulpverlening Signalering en actie ondernemen Werken in en vanuit een organisatie.
Aan het eind van de propedeuse wordt door middel van een portfolio-assessment beoordeeld of je de competenties hebt ontwikkeld. Tijdens je studie houd je dan ook een portfolio bij. Tijdens het assessment word je daarop bevraagd door twee assessoren. Het materiaal in je portfolio moet aan bepaalde eisen voldoen. Meer informatie hierover ontvang je bij aanvang van je studie.
In de hoofdfase, die ingaat vanaf het tweede jaar, verdiep je je aan de hand van de beroepstaken verder in het methodisch hulpverlenen aan cliënten, preventief werken en het coördineren van diverse vormen van hulpverlening rond een cliënt (casemanagement).
Terug
Psychosociale hulpverlening aan cliënten en hun sociale omgeving: je verleent zodanig hulp dat je cliënt zelfstandig kan functioneren.
Beroepen