Literatuur en fictie
In deze module maak je kennis met literaire en andere fictionele genres. Je leert over het verschil tussen fictie en non-fictie, proza en poëzie, epiek, lyriek en dramatiek, literatuur en lectuur. Ook gaan we in op de benadering van verschillende tekstsoorten, literaire conventies, intertekstualiteit, verhaal- en verteltheorie en het lezen van poëzie.
Je doet voldoende kennis en vaardigheden op om op een inspirerende wijze les te geven over de Nederlandstalige literatuur. Natuurlijk ga je in deze module ook veel lezen.
Literatuurgeschiedenis
We maken een wandeling door de verschillende periodes van de literatuurgeschiedenis Bij alle periodes worden (delen van) teksten gelezen en geanalyseerd.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
Verlichting 1731-1820 Romantiek 1820-1840 Realisme 1840-1880 Moderne letterkunde 1880-1916 Moderne letterkunde 1916-1940 Moderne letterkunde 1940-1970 Moderne letterkunde 1970-1990 Literatuur in context
Bekwaam in literatuur en fictie
Deze module bouwt verder op de kennis die je hebt opgedaan in de module Literatuur en fictie. Er is o.a. aandacht voor literatuurgeschiedenis, literatuur/fictie en het lezen van literaire/fictionele teksten. Uiteraard lees je ook hier de nodige werken om je kennis te vergroten. Zo lees je voor deze module tien boeken uit de jeugdliteratuur, tien boeken voor jongvolwassenen en tien boeken naar eigen keuze.